Wandelen en kamperen met kinderen in het Nationaal park Gran Paradiso en Valle d’Aosta

1 week (in juli)
met twee kindjes (7 en 8)
met kampeerbusje en tent

Het Nationaal park Gran Paradiso is het oudste nationaal park van Italië. Het ligt in het noordwesten van het land, voor de helft in de regio Valle d’Aosta. Het nationaal park heeft heel veel hoge en ruige bergtoppen. De bekendste is ongetwijfeld de Gran Paradiso, die 4061 meter hoog is. Wandelen en kamperen in het Nationaal Park Gran Paradiso is bijzonder mooi, met enorm veel wandelpaden, bergmeren, rivieren, besneeuwde toppen én steenbokken. Wij gingen er naartoe met onze twee kindjes van 7 en 8 om er te wandelen en te kamperen. We combineerden de regio met een stukje Franse Alpen.

Colle del Nivolet

Wij zijn het nationaal park binnengereden langs de zuidkant, via Locana en de Colle del Nivolet (2612 m). Zo zaten we meteen te midden van Gran Paradiso Nationaal Park. We kampeerden met ons kampeerbusje op camping Casa Bianca in Ceresole Reale. Vanuit dit kleine dorp begint de weg pas echt goed te stijgen, tot helemaal boven op de pas. Je kan met de auto de pas oprijden en parkeren op de parking aan Laghi del Nivolet. Daar is een hut, Rifugio Savoia, waar je iets kan eten en drinken. Daar kan je ook veel wandelingen starten. De weg stopt daar, met de auto kan je niet verder rijden.

Je kan ook heel gemakkelijk met de bus (gratis!) naar boven, tot op de Colle del Nivolet of nog een beetje verder tot aan de parking aan de berghut. De bus stopt vlakbij camping Casa Bianca en nog op veel andere plaatsen langs de weg. Voor wie niet van rijden langs smalle haarspeldbochten houdt, is dit een goede optie.

Bij Rifugio Savoia kan je zo beginnen te wandelen. Je zit hier op 2600 meter en dat zal je voelen als je begint te klimmen, maar het is enorm de moeite waard. Er zijn bergmeren, sneeuwvlaktes (in de zomer!), en veel mooie wandelpaden met adembenemende uitzichten. Wij wandelden met vrienden een lus van ongeveer 4 km naar Lago Rosset. Dat ging heel traag, omdat er veel mooie plekken waren om te spelen en halt te houden, maar het was absoluut genieten.

We zijn van aan Refugio Savoia ook verder door gewandeld richting Pont (Valsavarenche). Zo steek je eigenlijk een stukje van het nationaal park door en kom je aan de noordkant uit. Pont is een bekend vertrekpunt voor wandelingen in het nationaal park Gran Paradiso. De kindjes en ik konden dat alleen maar doen omdat Wouter met de auto van Ceresole Reale naar Pont is gereden om ons daar op te wachten. Je zou de route ook kunnen wandelen tot bij het uitzichtspunt over Pont en dan weer terug naar Refugio Savoia. Reken dan op 13 km heen en terug met een hoogteverschil van 240 meter, én enkele kleine rivieroversteken. Wij deden 9,7 km (enkel) naar Pont en bleven daar kamperen.

Pont, Valsavarenche

In Pont is een grote bergcamping, Camping Pont Breuil. Je mag zelf een plekje uitkiezen op het grote grasveld met je tent of kampeerbusje. Er is een kleine winkel voor wat basisspullen om te eten. Hier vertrekken veel wandelingen, recht het Gran Paradiso nationaal park in. Wij hebben ons op deze camping klaargemaakt voor onze allereerste huttentocht in de Alpen met de kindjes.

Op huttentocht door het Gran Paradiso Nationaal Park

Pont is de ideale uitvalsbasis voor een huttentocht door het nationaal park. Wij lieten onze auto en tent staan op camping Pont Breuil (ze hebben daar speciale tarieven voor) en vertrokken met onze rugzak voor twee dagen de bergen in, naar Refuge Chabot. We wandelden eerst over de weg (SR23) naar het beginpunt van de wandeling. Dat beginpunt ligt aan bushalte Pravieux / Rifugio Chabot, waar een parking is en een brug de rivier, de Torrente Savara, overgaat. Je volgt de pijlen naar Rifugio F Chabot, route 5. De pijl geeft aan dat je na 2u45min de hut bereikt. Wij deden er 3 uur en half over (incl pauzes), met 843 hoogtemeters. De hut ligt op maar liefst 2710 meter hoogte. De weg klimt eerst door een bos naar boven maar eens je boven de boomgrens bent, zie je alleen maar hoge witte bergtoppen rondom je. Het pad is goed aangegeven, het klimt intens maar is nooit moeilijk begaanbaar.

De berghut is adembenemend mooi gelegen. Je kijkt recht op de Gran Paradiso (4061 meter hoog) uit. Er staat een verrekijker vanwaaruit je de alpinisten die de berg bedwingen in het oog kunt houden. Bij helder weer zie je welke route ze nemen en langs waar ze weer afdalen. Wij hebben uren doorgebracht op het terras met het prachtige uitzicht, in de avondzon. We sliepen in het kleine bijgebouwtje in een slaapzaal met andere wandelaars en alpinisten. Het avondeten werd geserveerd in de grote hut. En bij zonsondergang gingen we nog even naar buiten voor het mooie avondlicht en zagen we twee grote steenbokken grazen net onder de hut. Wat een mooie plek!

Op de tweede dag van onze huttentocht wandelden wij - na een ontbijt in de hut Chabot - naar Rifugio Victor-Emmanuel II (2734m), route 1A. Daar deden we 2u15min over, door ruig steenlandschap. Tegen de middag kwamen we daar aan en konden we lunchen. We namen uitgebreid pauze bij de hut en wandelden dan verder naar beneden, terug naar de camping in Pont. Dat was nog eens twee uur wandelen, alleen naar beneden wel. Je kan ook blijven slapen in de Rifugio Victor-Emmanuel II, maar omdat het er in de zomer erg druk kan zijn, beslisten wij om dat niet te doen. De hut is sowieso heel mooi gelegen. Dus als je niet blijft slapen, is uitgebreid pauze nemen ook heel leuk.

Naar Arvier

Na onze huttentocht reden we naar het dal beneden, naar het dorp Arvier, in Valle d’Aosta. Arvier ligt op 775m hoogte, dat is heel wat anders dan de hoogte vanwaar we kwamen en dat geeft meteen heel andere temparturen. We kozen daarom een camping uit met een zwembad, ook om Ella te verrassen voor haar verjaardag. Camping Arvier ligt pal in het dorp, heeft een fijne vibe én een verfrissend zwembad. Net wat we nodig hebben om uit te rusten van onze dagen in de bergen.

Lac d’Arpy in de Aosta vallei

Voor onze laatste wandeling in de Aosta vallei, reden we naar Lago d’Arpy, een bergmeer bij Morgex. Daarvoor moesten we opnieuw naar 2000m hoogte. Er is een parking op de Colle San Carlo (1951m) en daar staan wegwijzers naar het meer. Het pad is heel goed begaanbaar en goed aangegeven. Naar het meer is het 3,5km en 137 hoogtemeters. Je moet dezelfde weg terug. Wij deden er ongeveer een uur over (enkel). Het water van het meer is ijskoud! Oscar en Ella wilden graag zwemmen maar kwamen niet verder dan even onderdompelen. Niet zo raar als het water maar een paar graden warm is! De omgeving is erg mooi en vooral de terugweg vonden wij indrukwekkend, omdat je dan terwijl je het pad afloopt, zicht hebt op de Mont Blanc!

Via de Col du Petit-Saint-Bernard reden we Italië uit en Frankrijk in, om onze roadtrip door de Alpen verder te zetten. Maar de Aosta vallei en het Nationaal Park Gran Paradiso zullen nog lang blijven nazinderen!


Vorige
Vorige

Wandelen en kamperen met kinderen in de Franse Alpen

Volgende
Volgende

Een weekend Oostende met kinderen