Wandelen en kamperen met kinderen in de Franse Alpen
3 weken (in juli en augustus)
met 2 kindjes (7 en 8)
met kampeerbusje en tent
Voor bergtoppen van meer dan 3000 meter, gletsjers en bergmeren - en ook heel veel bergmarmotten - moet je in de Franse Alpen zijn. Dat wist je natuurlijk al. Maar wat als je met wandelschoenen, een tent én twee kinderen die grootse bergen intrekt? Wij trokken naar het hart van regionaal park Queyras en twee nationale parken: Vanoise en Ecrins en werden overvallen door een intense schoonheid die alleen het hooggebergte je kan geven. We kampeerden met onze kindjes van 7 en 8 op plekken waar je steenbokken ziet vanuit je tent en de bergmarmotten hallo komen zeggen.
Onze hoogtepunten
Parc National de la Vanoise
- wandelen en kamperen aan Refuge de Prariond (2300m)
- wandelen naar Refuge du Fond d’Aussois (2350m)
Parc National des Ecrins
- wandelen en kamperen aan col d’Arsine (2348m)
- wandelen naar Refuge du Glacier Blanc (2550m) en Refuge du Sélé (2511m)
Parc Naturel Régional du Queyras
- wandelen en kamperen aan col Agnel (2744m)
- wandelen naar Lac Miroir (2214m)
Parc National de la Vanoise
Kamperen en wandelen aan Refuge de Prariond (2300m)
Parc National de la Vanoise is het oudste nationaal park van Frankrijk en leunt tegen de grens met Italië aan. Dus als we met ons busje aankomen op een wildkampeerplek aan de voet van het park, zien we zowel Franse als Italiaanse toppen liggen. In het Italiaanse Gran-Paradiso nationaal park waren we eerder al en konden we al wat acclimatiseren, want hier in Frankrijk begint meteen het echte werk. We laden onze rugzakken in voor een tweedaagse de hoge bergen in.
Ons vertrekpunt is de parking aan de Pont Saint-Charles van Val d’Isère, de plek waar we moeten geraken ligt 250 meter hoger, bij Refuge de Prariond (2300m). Op zich geen moeilijke wandeling, denken we, het is slechts 3 km op een veel belopen wandelpad. Maar na een flink stuk klimmen, kijk je recht een diepe kloof in. Het pad wordt smal en ook wel eng want de wanden gaan hier steil naar beneden en onder ons kolkt een woeste rivier. De kindjes nemen we aan de hand en voorzichtig schuifelen we het wandelpad af tot we aan een brede vallei komen. De hut zien we voor ons liggen. Links en rechts van ons duiken de eerste alpenmarmotten op.
Refuge de Prariond (2300m) is ons eindpunt voor vandaag maar we slapen niet in de hut vannacht. Wij hebben onze tent en slaapzakken mee, dus zoeken we een vlak stukje gras vlakbij de hut. De tent mag pas op vanaf 19u ‘s avonds, dat zijn de regels van het nationaal park. Als je kampeert bij een hut, betaal je 6 euro pp en mag je het toilet en vaak ook het gasvuur binnen gebruiken.
Terwijl we bij de hut nog iets drinken en wat eten koken, zien we de wolken steeds lager zakken. We moeten dus onze warme kleren aan. Even lijkt het aantrekkelijk om net als de andere wandelaars de warme hut in te kruipen. Maar als we onze tent opzetten, zien we plots twee steenbokken vlakbij! En ook de alpenmarmotten laten van zich horen, een soort gefluit om elkaar te waarschuwen: hier slapen kampeerders vannacht! Voor geen geld hadden we dit willen missen. Hier kwamen we voor!
We moeten vroeg onze warme slaapzakken weer uit want om 8u moet onze tent ingepakt zijn, ook dat hoort bij kamperen in een nationaal park. Niet erg, want zo vroeg zijn er nog niet veel wandelaars en Oscar en ik willen graag een berg beklimmen, Col de la Lose (2957m). We horen dat er spijtig genoeg nog sneeuw ligt op die hoogte en dat we waarschijnlijk niet helemaal tot boven kunnen. We besluiten om toch te gaan, tot waar de sneeuw begint, en dan terug te keren. Ella en Wouter blijven bij de hut.
De wolken van gisteravond zijn helemaal weggetrokken. Oscar en ik klimmen een dik uur tot aan een plateau op 2800 meter. Daar zijn een paar wandelaars die ergens naar zitten te kijken. Dan valt onze mond open, want hier boven, op deze prachtige plek met een waanzinnig uitzicht op hoge besneeuwde toppen, zit een kudde van 13 steenbokken bij elkaar. We worden stil en zitten een half uur alleen maar te kijken naar deze prachtige dieren op deze waanzinnige plek.
Na een half uur kijken, dalen we in sneltempo we af naar de hut om het aan de andere twee te vertellen. Ok … we waren blijkbaar zo enthousiast dat Ella ook naar boven wil. In de namiddag dus opnieuw die berg op met een verrekijker en twee enthousiaste kinderen, kunnen we! Al is het voor Ella iets moeilijker om stil te zijn hier boven …
Wandelen naar refuge du Fond d’Aussois (2350m)
Wat verderop in het nationaal park de la Vanoise, iets verder Frankrijk in, wacht een volgende hut: Refuge du Fond d’Aussois (2350m). Het startpunt van de wandeling ligt aan een groot stuwmeer, Le Plan d’Anval, op 2000 meter hoogte. Hier kunnen we wildkamperen met ons busje om dan ‘s morgens aan de wandeling te beginnen. Na een stevige klim komen we aan bij een leuke rivier waar de kindjes meteen pauze nemen en dammen beginnen te bouwen. Hoezo waren wij eigenlijk naar een hut aan het wandelen?
We krijgen de kinderen weer in gang en klimmen verder, een kudde koeien voorbij. Het is eens wat anders dan alpenmarmotten! De hut komt in zicht, in alweer een prachtig berglandschap. Refuge du Fond d’Aussois ligt op 2350 meter hoogte en is een van de vele Refuge en Famille in de Franse Alpen. Een refuge waar kinderen meer dan welkom zijn!
Parc National des Ecrins
Het tweede nationaal park dat op ons lijstje staat, is op zijn minst gezegd indrukwekkend te noemen. Ecrins heeft maar liefst 100 toppen die boven de 3000 meter uitsteken, 40 gletsjers en 740 kilometer aan wandelpaden. Als we met ons busje de Col du Galibier (2642m) oprijden, zien we ze liggen: de Barre des Ecrins (4102m), La Meije (3982m), Ailefroide (3954m), Mont Pelvoux (3946m) … in de verte zien we zelfs de Mont Blanc!
Wandelen en kamperen aan col d’Arsine (2348m)
We maken ons, vanop camping de la Meije in La Grave, opnieuw klaar voor een wandeltweedaagse. Onze auto laten we achter op de parking in Villar-d’Arêne bij Plan d’eau d’Arsine. Twee grote rugzakken op onze rug want we nemen de tent weer mee de hoge bergen in. Het weer is stabiel en warm. De noodzakelijke spullen gaan uiteraard mee, maar we hoeven niet te veel warme kleren deze keer.
Het pad klimt soms geleidelijk maar bij momenten ook echt steil tot bij Refuge de l’Alpe de Villar-d’Arêne (2077m) We volgen hier een stukje van de GR54. Het uitzicht bij de refuge is prachtig, een ideale picknick- en schaduwplek voor twee hongerige kinderen en hun ouders. We kunnen hier ook drinkwater bijtanken aan een bron. Da’s nodig want het is warm en we blijven twee dagen onderweg in de wilde natuur.
We klimmen verder en moeten opnieuw heel wat koeien voorbij tot aan Col d’Arsine (2348m). Wauw, zo veel fantastische hoge toppen rondom ons! Na lang nagenieten van deze beklimming, gaan we de col over en stappen we verder in het zwakker wordende avondlicht.
Eens we de col over zijn, komen we in een soort paradijs terecht. We lopen pal tegen een plek aan waar het water knalblauw is, de watervallen rustig naar beneden stromen en brugjes en groen mos het helemaal afmaken. Hoelang hebben we nog voor het donker wordt? Want dit is echt een plek om even te blijven.
Maar we moeten natuurlijk op zoek naar een geschikte plek voor onze tent. Met de juiste instructies op zak - de plek moet vlak, droog en veilig zijn - beginnen te kindjes aan hun zoektocht. Er is deze keer geen hut meer in de buurt, dit is echt avontuur! Het is alleen wij en de bergen, hoe fantastisch is dat!
We speuren de omgeving af, vergelijken en moeten een stukje op de route terug, maar uiteindelijk vinden we een geschikte plek om te overnachten in onze tent. We wassen ons nog even in de ijskoude rivier, zien een roofvogel overvliegen en kruipen de tent in als het donker wordt. Moe van 11 km in de benen vandaag, wat een tocht!
‘s Ochtends dalen we af naar Lac de la Douche (1900m). Geen douche hier hoor maar wel twee kindjes die gek genoeg zijn om even onder te dompelen in water van nog geen 3 graden Celsius. Ons eindpunt ligt nog 5 km verderop, nog steeds op de GR54, in het dorp Le Casset. Onze auto hadden we natuurlijk achtergelaten op 17 km hiervandaan (als je de bergpas neemt) dus terugliften in de enige optie. We maken twee teams - Oscar&mama en Ella&papa - en beginnen aan ons autostopavontuur, wie zal eerste weer op de camping zijn?
Het juiste antwoord is Oscar&mama ;-) en het uitzicht op de camping is fenomenaal, check die views vanuit onze daktent!
Wandelen naar Refuge du Glacier Blanc (2550m) en Refuge du Sélé (2511m)
We verplaatsen ons naar een grote camping in Ailefroide, een klimmersdorp met de vibes van de Himalaya. Op de camping loopt het vol met alpinisten, klimmers en hikers. Hier vinden we wel ons ding. We kiezen voor een plek in het bos, want dan kunnen we onze hangmat nog eens uithalen. Daar blijven de kindjes twee dagen in hangen, terwijl ik nog twee wandeltochten op de planning heb: naar Refuge du Glacier Blanc (2550m) en Refuge du Sélé (2511m). 1000 hoogtemeters voor Sélé en 700 voor Glacier Blanc, inclusief 6 gemzen en een bergmarmot!
Parc Naturel Régional du Queyras
Afscheid nemen van Ecrins is moeilijk want van die hoge toppen krijg je eigenlijk nooit genoeg. Maar het regionaal park Queyras staat nog op de planning en daar willen we onze allereerste 3000er beklimmen met de kindjes! De benen zijn genoeg opgewarmd, de conditie is goed en vooral, we hebben er heel veel zin in!
Naar 3000 meter, Pic de Caramantran
Eerst even uitrusten op Camping de L’izoard in Arvieux - daar is een zwemmeertje dat voor één keer niet gevuld is met ijskoud gletsjerwater - genieten dus! Daarna rijden we door naar Col Agnel. Hier slapen we met ons busje op 2700 meter hoogte, bijna bij de grens met Italië. Nog even acclimatiseren op deze hoogte, met een wandeling naar Lac Foréant, daarvoor moeten we Col Vieux over, op 2806m.
Col Agnel is de volgende dag meteen ook het startpunt voor onze beklimming naar Pic de Caramantran, onze eerste top van 3000 meter! Spannend voor de kindjes maar technisch gezien is het een heel gemakkelijke beklimming en we vertrekken natuurlijk ook al hoog dus we moeten niet superveel hoogtemeters doen. Maar klimmen moeten we natuurlijk wel. Een steenbok die het pad oversteekt, helpt bij de motivatie en voor we het weten staan we op de top. Wauw! We kijken uit over Italië en Frankrijk, dit is geweldig!
Op de top genieten we natuurlijk na, al moet je met kinderen wel oppassen hier, want de ene bergwand gaat hier steil naar beneden. We houden de kindjes rustig en dicht bij ons maar we zitten save hoor …
Dat geluk hebben we dan :-) De afdaling gaat ook gemakkelijk en als we weer op Col Agnel zijn hebben we nog een klein beetje energie over om onze tentspullen te pakken. We willen nog een laatste keer kamperen op een berg, met zicht op de ondergaande zon deze keer. Niet ver van waar ons busje staat, vinden we een geschikte plek. De marmotten zijn weer present, die komen zelfs langs onze oren aan bloemetjes knabbelen terwijl wij liggen te slapen in de tent. Maar eerst die zonsondergang dus. Hier zitten we dan, op 2700 meter hoogte, te genieten van al dat moois!
Wandelen naar Lac Miroir (2214m)
Het regionaal park Queyras heeft nog één plek waar we graag naartoe willen, en dat is Lac Miroir, een spiegelmeer op 2214 meter hoogte. We starten de wandeling in Ceillac en beginnen een beetje nietsvermoedend aan de klim. Ik dacht zo’n 300 hoogtemeters te moeten doen, ons wandelboekje zegt 500 hoogtemeters maar uiteindelijk zijn het er 700 en die zijn heel steil. Het is zo’n moment waarop je denkt … waarom doen we dit precies? Maar dan zijn we boven en zien we puntige bergen en een geweldig meer. Een meer dat zou moeten spiegelen, maar dat zie je niet meteen, dat merkt zelfs de kritische blik van Oscar op.
Je moet inderdaad de juiste plek en hoek uitkiezen maar eens je die gevonden hebt, raak je betoverd, echt waar.
En dan is het tijd om waar naar huis te gaan. We rijden opnieuw Col du Galibier (2642m) over, voor… toch nog één wandeling? Drie weken lang hebben we fantastisch weer gehad, geen onweer, geen regen, amper wind. Maar nu, tijdens onze laatste tocht naar Lac des Cerces (2400m) is de lucht heel de tijd aan het dreigen. Grote onweerswolken pakken samen en wij moeten bijna lopen om op tijd weer aan de auto te zijn. Dit is het teken, tijd om weer naar huis te rijden. En inderdaad, in dikke regendruppels verlaten we de Alpen. Sowieso komen we nog eens terug, maar laat nu die regen maar even vallen.
Tips voor wandelen en kamperen in de Alpen:
Check altijd het weer als je hoog de bergen in trekt. Ga nooit wandelen zonder regenjas en een warm laagje. Het weer kan snel omslaan.
Zorg voor genoeg drinkwater. Kijk of je langs een hut wandelt waar je water kan bijvullen.
Vertrek nooit zonder deze lifesavers.
Als je naar een hut wandelt met kinderen is het handig om even te kijken of ze tot de ‘Refuge en famille’ behoort. Dat zijn hutten die relatief makkelijk bereikbaar zijn en waar gezinnen met kinderen meer dan welkom zijn.
Als je wil kamperen in een nationaal park, moet je goed de regels nakijken. In de meeste nationale parken mag je je tent opzetten tussen 19u en 8u.
Let op voor schapenkuddes, meer bepaald voor de honden die de kuddes bewaken. Daar zijn een aantal regels voor. Die kan je hier checken.
Geniet van al het moois als je wandelt en wildkampeert in de bergen, maar respecteer de natuur en laat nooit iets achter.