Op kampeertrip met kinderen in Sardinië

2 maanden en half (april, mei, juni)
met 2 kindjes (3 en 5)
eigen tent en camperbusje

IMG_20210612_203726_large.jpg

Wilde natuur, wondermooie stranden, en zachte broodjes met mozzarella en tomaat, daarvoor moet je op Sardinië zijn. Wij kwamen in april tijdens onze roadtrip door Europa een beetje per toeval op het eiland en bleven er uiteindelijk twee maanden en half. We hadden er de tijd van ons leven. We maakten een roadtrip langs de meest fantastische stranden, wandelden op kliffen en beklommen bergen. We zwommen, kajakten, speelden en kampeerden op de meest waanzinnige plekken.

We reisden met ons camperbusje en onze tent. Het grootste deel van de tijd hebben we wildgekampeerd met ons busje. Omdat het laagseizoen was, hebben we heel veel mooie, rustige plekken gevonden voor de nacht. Soms hadden we nood aan een camping, om wat langer op één plek te blijven, om te douchen en kleren te wassen. Twee keer sliepen we op een agriturismo, tussen de dieren van de boerderij.

Ik denk dat we heel de dag binnen moeten blijven. Er staat een schaap op de weg.
— Oscar (5)

We reisden heel erg traag, zonder plan. Het was gewoon wij, de natuur en alle tijd van de wereld. Hier in de lente twee maanden en half ongedwongen onderweg kunnen zijn met ons gezin, was een onvergetelijke ervaring.

Onze route

- Dorgali (A)
- Pedra Longa (B)
- Nationaal Park Gennargentu (C)
- Cala Liberotto (D)
- Berchida (E)
- La Maddalena (F)
- Capo Testa (G)
- Porto Conte (H)
- de noordwestkust (I)

Dorgali ǀ Agriturismo

Agriturismo AgriPaules

Onze roadtrip begint in april in Dorgali, in het oosten van het eiland, op de mooie natuurcamping van Giovanni. Hij runt een Agriturismo en heeft ook plaats voor tentjes en campers. We worden meteen hartelijk ontvangen door Giovanni en zijn vrouw, de koeien, ezels, varkens, honden en schapen. We mogen proeven van zelfgemaakte kaas en verse melk van de koeien, en krijgen een echte Sardeense maaltijd voorgeschoteld. Zelfgemaakte pasta met kaas, broodjes van aardappel en tarwe, mediteraanse boontjes en schapenvlees. Heerlijk!

We zijn hier samen met een Nederlands en Oostenrijks gezin, die ook al lang aan het reizen zijn. Het is heel fijn om hen te ontmoeten, wij kunnen verhalen en inspiratie delen en de kindjes hun speelgoed. De nachten zijn nog erg koud begin april. Er ligt rijm op onze tent ‘s ochtends! Maar overdag schijnt de zon en kunnen we samen spelen, fietsen, een tochtje op de ezel maken en de dieren verzorgen.

Agriturismo Neulè

We rijden samen met de andere gezinnen verder naar een andere camping in Dorgali, naar Agriturismo ǀ ecocamping Neulè. Het uitzicht hier is fenomenaal! Het is fantastisch om met zo’n mooi uitzicht te kamperen. We kijken uit over de bergen en het meer van Cedrino. De zonsondergang is hier prachtig en van het uitzicht krijg je nooit genoeg. Bovendien kunnen we hier op het domein wandelen en op het meer kajakken. Een fijne plek dus om even te blijven, om de hangmat uit te halen, vuur te maken en met de kajaks het meer op te gaan.

Nationaal Park Gennargentu en de Golf van Orosei ǀ wildkamperen en camping

Een roadtrip door Sardinië kan niet zonder de fantastisch mooie weg tussen Dorgali en Baunei, de SS125. We nemen afscheid van de andere gezinnen en bedwingen de haarspelbochten richting Baunei. De uitzichten zijn waanzinnig. We rijden dwars door het Nationaal Park Gennargentu en de Golf van Orosei. Langs rechts zien we de Canyon di Gorrupu liggen en we rijden door de unieke omgeving van Urzulei, waar de tijd heeft stilgestaan en de schapen over de weg lopen.

Er zijn verschillende plekken die je als uitvalsbasis kan nemen om het nationaal park te verkennen.
Wij kampeerden hier:
- op camping Sardinia in Cala Gonone;
- op de kampeerplek aan de start van de wandeling naar Cala Goloritze;
- op de camperplaats aan het begin van de Canyon Gorrupu;
- en op een wildkampeerplek bij Pedra Longa.

Er is veel te zien en te doen in het nationaal park Gennargentu en de golf van Orosei, wij waren hier dus niet op een dagje weg, integendeel. We zijn hier wat blijven plakken en hebben afhankelijk van het weer het nationaal park op ons eigen tempo verkend.

Wij deden de wandeling naar Cala Luna. Dat is een strand dat je alleen te voet of per boot kan bereiken, vanuit Cala Gonone. Wij deden team boot (Wouter en de kindjes) en team wandelen (Elke). Het is een wandeling van twee uur enkel vanaf het strand Cala Fuilli. We deden ook de wandeling naar Cala Goloritze. Ook twee uur wandelen (enkel) vanop de parking. Je daalt een groot stuk af naar het mooie en afgelegen strand waar je zalig kunt zwemmen. Maar vergeet niet dat de terugweg nog erg pittig is omdat je alles weer omhoog moet. We wandelden ook naar Gola di Gorrupu. Dat is een indrukwekkende canyon in het nationaal park, een van de diepste kloven van Europa. Het is een fantastische maar stevige wandeling van meer dan zes uur heen en terug. Tot slot deden we een stuk van de Selvaggio Blu, dat is een meerdaagse trekking langs de Golf van Orosei, vanuit Pedra Longa aan Baunei. Wij wandelden enkel de eerste kilometers van de route maar het is spectaculair en wondermooi. De zee heeft hier alle tinten blauw. Het is een prachtig stuk natuur met witte stranden en heel veel rust.

Cala Liberotto ǀ Camping Sa Prama

Vanuit Cala Gonone rijden we dan een stuk noordelijker tot bij Cala Liberotto. Daar vinden we een eenvoudige kampeerplek, camping Sa Prama, met een speeltuin voor de kinderen en kampeerplekjes met zicht op zee. De camping is heel mooi gelegen op maar 100 meter van het fantastisch strand van Cala Liberotto. Hier hebben we even geen nood om op uitstap te gaan of de omgeving te gaan verkennen. Het is fijn om wat langer op één plek te blijven. We zien de zee vanuit onze hangmat en hebben aan het strand genoeg. Meer dan een week genieten we hier van traag wakker worden, wandelen op het strand en heel de dag spelen. Om te zwemmen kunnen we kiezen tussen de golven van de open zee of de kleine ondiepe poeltjes tussen de rotsen. En op een middag, als we even gaan uitwaaien, zien we zittend op het strand, zomaar twee dolfijnen voorbij zwemmen. Een magisch moment.

Wij zijn toch echte gelukstokken.
— Ella (3)

Berchida ǀ wildkamperen

We hoeven niet ver te rijden voor een volgend stukje natuurpracht. Berchida is een geweldig mooi uitgestrekt strand, eveneens aan de oostkust van Sardinië, ongeveer een uur rijden van Olbia. Het is alleen bereikbaar door een drie kilometer lange onverharde weg vol met putten en bulten. Hier kom je schapen tegen op de weg of kuddes koeien onderweg naar het strand. We zijn ondertussen een dikke maand op het eiland en er zijn amper toeristen. Dat betekent dat we het strand hier helemaal voor ons alleen hebben. Geen strandbars of parasols, alleen maar adembenemende natuur. We hebben hier een week wildgekampeerd, eerst helemaal alleen en dan nog een paar nachtjes samen met een Pools gezin dat al vijf maanden aan het reizen is op het eiland. We spelen voetbalmatch België-Polen (0-0) en vieren een verjaardag met Poolse verjaardagscake.

Wij maken een lange strandwandeling naar het zuiden, zo komen we bij het strand van Biderrosa. En naar het noorden, naar de vuurtoren van Capo Comino. En voor de rest: veel zwemmen en in de golven duiken hier. We spotten zelfs opnieuw twee dolfijnen! En iedere avond genieten we van een fantastische zonsondergang.

Het dichtsbijzijnde dorp is Siniscola, waar wij water bijtanken en inkopen doen. Vanuit Siniscola zijn wij ook de bergen ingereden, voor een wandeling naar Punta Cupetti. De wandeling start aan een eenvoudig houten bordje langs de SP3. Het pad klimt een heel stuk naar boven, naar een uitzichtspunt op 1029 meter waar je in 360 graden de omgeving kan zien.

La Maddalena ǀ Camping Il Sole

Helemaal in het noorden van Sardinië willen we naar de eilandgroep La Maddalena. De boot vertrekt ieder half uur vanuit het stadje Palau. We kopen een ticket heen en terug met ons busje erbij, en het coole is, de terugvaart is op een dag naar keuze. We kunnen dus zo lang blijven als we willen. Ella en Oscar zijn even in de war als we de boot nemen. Naar een eiland van een eiland? Zijn we dan nog in Sardinië? Of is er een groot en een klein Sardinië? Zoiets! Vanuit Palau is het slechts twintig minuten varen naar het grootste eiland van de Maddalena-archipel: La Maddalena itself. Wildkamperen is hier uit den boze, busje, camper, mobilhome, iedereen moet hier naar een camping om te overnachten. Nu ja, iedereen, dat zijn wij dan en het Poolse gezin. We hebben geluk dat er überhaupt een camping open is. Geen bijzondere plek maar wél een warme douche en een wasmachine. Dat is ook heel veel waard als je zo lang on the road bent.

De Maddalena-archipel heeft zeven ‘grote’ en nog ontelbaar veel kleine eilanden. Als eerste nemen we Caprera voor onze rekening. Heel het eiland is nationaal park, beschermde natuur dus vol met pijnbomen, mooie bloemen én geiten. We kiezen track nummer 4 om te wandelen maar al kies je nummer 15 of loop je gewoon wat doelloos rond: het is hier overal mooi. We klimmen en dalen af naar het mooie strand van Cala Portese en genieten van de geur van het pijnbomenbos.

Een dan is er nog het eiland Giardinelli, kleiner dan Caprera maar ideaal voor een korte wandeling, witte stranden en de zee in alle kleuren blauw. En dan moeten we La Maddalena zélf nog verkennen. Ook hier weten de witte stranden van geen ophouden en ontdekken we een heel mooi uitzichtspunt over de vele kleine eilanden van de omgeving, met Corsica in de verte.

Capo Testa ǀ wildkamperen

Als we met de boot weer in Palau aankomen, rijden we naar Santa Teresa Gallura. En daar, helemaal in het noorden van het eiland, bestaat een plek waar je een echt paradijs kunt vinden: Valle della Luna op het schiereiland Capo Testa. Die plek wilden we voor geen goud missen.
Valle della Luna is alleen te voet te bereiken. Je kan parkeren helemaal op het einde van de hoofdweg. Er is niet echt een parking maar wel plekken langs de weg om je auto te zetten. De wandeling naar Valle della Luna is eenvoudig, je moet alleen wat gevoel voor oriëntatie hebben of je gps gebruiken. Valle della Luna is een verborgen paradijsje tussen de rotsen aan de zee. Aan de overkant zie je Corsica liggen. Je hoort hier niets, alleen het klotsen van de golven, maar duik er niet zomaar in, want:

De zee speelt voetbal met de kwallen hier!
— Ella (3)

Honderden paarse kwallen drijven er voorbij. Spijtig van die zwembenen die kriebelen! Rotsen om op te klimmen zijn er ontelbaar veel. Dus geregeld zijn we Oscar kwijt als hij weer een rots heeft gevonden om te beklimmen of een grot om te gaan ontdekken.

Weet je wat gek is aan deze plek – of net niet door de rust en schoonheid hier – een tiental mensen jong en oud wonen hier permanent in de rotsen, minihuizen hebben ze er van gemaakt maar veel meer dan een schuilplaats voor regen, kou en wind is het niet. Ze leven hier weg van de dolgedraaide maatschappij hun eigen eenvoudige leven. Dus wie dacht dat wij een simpel bestaan leiden deze maanden op roadtrip in ons busje 😊 het kan nog anders. Intrigerende plek wel!

Wildkamperen doen we een beetje verderop, langs de kustlijn van Rena Majori. In het laagseizoen geen mens te bespeuren hier, een zonsondergang die we nog nooit zo mooi gezien hebben, Corsica die aan de overkant paars kleurt, en rust … Ik denk dat dat een van de mooiste dingen is aan deze reis, de rust van de natuur helemaal voor ons alleen.

Parco Naturale Regionale di Porto Conte ǀ wildkamperen

Porto Conte is een regionaal natuurpark in het noordwesten van Sardinië met fantastische grotten, stranden, rustige natuur en wandelpaden.

In het noorden van het park vinden we een heel mooi wandelpad dat start aan de vuurtoren Porto Ferro La Torretta. We doen wandelpad nr. 3 en stappen langs de kust tot aan Cala del Turco. We nemen dezelfde weg terug en slapen daarna in ons busje onder pijnbomen op de parking van La Torretta. Ook hier zijn we helemaal alleen, hoewel … horen we daar wilde zwijnen in het pijnbomenbos?

In het zuiden van het park Porto Conte is er dan weer heel andere natuur te vinden , en zijn bijvoorbeeld de Neptunusgrotten echt de moeite waard. Die kan je op twee manieren bereiken: met de boot of langs een spectaculair en beetje eng wandelpad. De kindjes kiezen natuurlijk voor het enge wandelpad, mama moet zich erover zetten :-) Het is een wandelpad die langs metershoge rotsen loopt, we moeten trappen naar beneden om af te dalen naar zeeniveau. We zijn blij dat we op eigen kracht, na een klein half uurtje, de grot bereiken. De grottenkamers zijn indrukwekkend en Oscar neemt het fototoestel over omdat hij overal mooie dingen ziet en wij volgens hem te snel voorbij lopen.

Vanop zeeniveau moeten we natuurlijk dat enge wandelpad ook nog helemaal naar boven. Maar daar wacht een enorm mooi uitzichtspunt met een fantastische zonsondergang. Slapen doen we aan het kleine strandje van Cala Dragunera. En als we ‘s morgens om 9u de zee induiken om dat het water al heerlijk warm is, dan weten we dat de zomer echt begonnen is.

De westkust van het eiland ǀ wildkamperen

Onze laatste twee weken op het eiland spenderen we helemaal aan de noordwestkust. Ondertussen is het superwarm geworden en kunnen we veel zwemmen en van de zon genieten. We vinden een paar mooie wildkampeerplekken en verlaten stranden, bijvoorbeeld Cala Ebi Dozzi en Lampianu. Het is nog altijd laagseizoen en we genieten superhard van de rust en de wilde natuur. We tellen de dagen niet. We spelen, we zwemmen en surfen in de golven. Zonder haast leiden we een simpel leven en zijn we alle dagen 24 uur buiten … niets fantastischer dan dat.

Samen met de kindjes hadden wij de tijd van ons leven meer dan twee maanden op het eiland. Onze roadtrip stopt niet, maar we nemen wel, met spijt in het hart, afscheid van Sardinië, om de boot te nemen naar het vaste land, naar de bergen van Spanje.

We zullen Sardinië heel hard missen!
— Oscar (5) en Ella (3)
Vorige
Vorige

De mooiste wandelroutes op Sardinië

Volgende
Volgende

Niets doen moet je durven