Wat is er te doen in de Golf van Orosei
Als je op Sardinië bent, moet je zeker de route nemen tussen Dorgali en Baunei, de SS125. Die weg voert je dwars door het Nationaal Park Gennargentu en de Golf van Orosei. Het is een weg vol met haarspeldbochten maar ook met indrukwekkende verzichten. Je hebt zicht op de Canyon Gorropu en op kalkstenen rotsen die naar verborgen stranden en een knalblauwe zee leiden.
Wandelen naar verborgen stranden in de Golf van Orosei
De Golf van Orosei is bekend om haar prachtige witte stranden, die vaak alleen te bereiken zijn te voet of per boot. Wij deden in dit gebied drie wandelingen: naar Cala Luna, naar Cala Goloritze en we deden een stuk van de Selvaggio Blu.
Naar Cala Luna
De wandeling naar Cala Luna kan je starten bij het strand van Cala Fuilli. dat ligt op een paar kilometer van het dorp Cala Gonone. Er is amper parkeerplaats, dus vaak komen de wandelaars te voet van Cala Gonone. Let op, dat is een lange, saaie weg. Als je die wil vermijden, kom je het best erg vroeg om te parkeren (in het laagseizoen is het niet zo’n probleem).
Wij pakten het nog anders aan: Wouter heeft me met de auto afgezet aan het startpunt van de wandeling (Cala Fuilli) en is dan met de kindjes teruggereden naar Cala Gonone om daar te parkeren en de boot te nemen naar Cala Luna. Dat is namelijk de tweede optie om op het strand van Cala Luna te geraken: met een boot vanuit Cala Gonone.
Ik deed exact twee uur over de wandeling (enkel). Het is een eenvoudige pad - soms over rotsen maar niet moeilijk, soms door het bos (schaduw!) maar evengoed enkel grote stukken zonder beschutting. Het pad staat redelijk goed aangegeven maar ik gebruikte soms toch mijn gps bij splitsingen. Op het strand van Cala Luna nam ik dan samen met Wouter en de kindjes de boot terug naar Cala Gonone. Dat is een vlotte verbinding van 20 minuten varen. De boot meert niet aan bij de steiger maar op het strand aan de grotten. Volwassenen betalen 16 euro heen en terug of 10 euro enkel. Kinderen betalen 7 euro en onder de 4 jaar is het gratis.
Kamperen deden we op camping Sardinia in het centrum van Cala Gonone, onder grote pijnbomen. De hele omgeving was bij ons superrustig omdat het lente was en het hoogseizoen nog niet begonnen was.
Naar Cala Goloritze
Cala Goloritze is een klein maar wondermooi strand dat eveneens alleen te voet of per boot te bereiken is. Bij het startpunt van de wandeling is een bar/restaurant Su Porteddu. Daar mag je met de camper of de tent overnachten voor 8 euro per persoon. Er zijn warme buitendouches en je kan er iets eten of drinken. En als je hier slaapt, kan je de wandeling ook vroeg starten natuurlijk, voor de hitte en de drukte. Omdat het bij ons nog altijd lente en laagseizoen is vallen de hitte en de drukte gelukkig mee. Wij doen twee uur over de wandeling, over een gravelpad, langs rotsen, grotten en klimbomen, om dan beloond te worden met knalblauw water om in te zwemmen! We spelen uren in het water, maar we moeten natuurlijk nog krachten overhouden voor de terugweg. Want die is klimmen en nog eens klimmen! Maar we weten dat er ijsjes zijn aan het eindpunt dus dat helpt :-)
Een stuk van de Selvaggio Blu
De Selvaggio Blu is een meerdaagse trekking langs de oostkust van Sardinië, het wordt een van de mooiste trekkings van Europa genoemd. Wij wandelden uiteraard enkel de eerste kilometers van de route met de kindjes, maar wat een prachtige plek is het! De zee heeft hier alle tinten blauw en we zijn hier helemaal alleen. Het pad vanuit Pedra Longa is prima te bewandelen, je volgt gewoon het pad dat langs de zee loopt en neemt dezelfde route terug. Wij wandelen een uur en half heen tot op een heel mooi wit strand en dan weer een uur en half terug.
We parkeerden ons busje op de parking aan Pedra Longa (de steile weg naar beneden vanuit Baunei) voor de nacht.
Gola di Gorrupu in het Nationaal Park Gennargentu
De Gola di Gorrupu is een indrukwekkende canyon te midden van het Nationaal Park Gennargentu. Je kan de canyon inwandelen vanuit Silana, dat kom je tegen als je de SS125 tussen Dorgali en Baunei rijdt. Er is een camperplaats / camping in Silana, die was dicht toen wij er waren maar ondertussen al weer open vermoed ik. Wij sliepen met ons busje op de parking er langs. Ideaal om ‘s morgens wakker te worden aan de start van de wandeling want de wandeling is een hele klus. Wij daalden eerst meer dan twee uur af naar het diepste punt van de canyon. Daar kan je de canyon pas echt in. Er loopt niet echt een pad meer eens je de canyon inwandelt, het is meer klauteren over rotsen en gekleurde stippen volgen! Ik volgde de groene stippen tot waar de canyon nog maar vier meter breed is. Daarna kan je verder met de oranje stippen (moeilijker) en de rode stippen (technisch klimmen). De kindjes bleven met Wouter spelen aan de rivier. De canyon inwandelen zou voor hen te vermoeiend zijn. We moeten immers nog helemaal terug. We klimmen drie uur weer naar boven, 700 meter naar omhoog! De kindjes doen het super, gaan af en toe in de draagzak en gaan dan weer verder. Het is een heel mooie wandeling, maar oef, wat zijn we blij als we weer boven zijn!
Het Nationaal Park Gennargentu is samen met de Golf van Orosei wondermooi om te bezoeken, te voet, met de auto langs de SS125 of met de boot naar de vele stranden. Wij deden het in de lente (april - mei). Dan is het laagseizoen en is het nog niet te warm. Alles staat in bloei en je hebt de mooie natuur vaak helemaal voor je alleen. Dit stukje Sardinië maakte deel uit van onze roadtrip op het eiland van twee maanden en half.